Artikel 47 – Indien het basale onroerende goed volledig verwoest wordt, komt vanzelf een einde aan het appartementseigendom.
Indien een vrij gedeelte van het basale onroerende goed volledig verwoest wordt en indien de eigenaar van dat vrije gedeelte binnen twee jaar het gedeelte niet opnieuw heropbouwt, kunnen de andere appartementseigenaars de rechter, na afloop van deze twee jaar, binnen één jaar verzoeken om het perceeldeel toebehorend aan dat gedeelte, in waarde en in verhouding met het perceeldeel dat zij hadden, over te dragen op hun naam.
In dit geval worden de overgedragen perceeldelen in de betreffende paginan, rubriek (Verklaringen) van het appartementseigendomsregister ingeschreven. Diegene die de perceeldelen hebben verworven, zijn verplicht om binnen twee jaar na datum van overdracht, het gedeelte weer op te bouwen. De appartementseigenaars zijn ook verplicht om binnen deze termijn alle vrije gedeelten die overeenkomen met het perceeldeel, volgens de bepalingen van onderhavige wet artikel 3 alinea 2, opnieuw te laten berekenen en in het appartementseigendomsregister te laten registreren.
Indien men zich niet houdt aan de hierboven beschreven bepaling, komt vanzelf een einde aan de appartementseigendom van het basale onroerende goed.
Op de verzekeringsvergoeding die ontvangen werd in verband met het verwoeste onroerende goed worden de gemeenschappelijke eigendomsbepalingen toegepast.
Indien meer dan één vrij gedeelte compleet verwoest is en bijgevolg heropgebouwd moet worden en de heropbouw ervan afhankelijk is van de andere vrije gedeelten, zijn de eigenaars van de verwoeste vrije gedeelten verplicht om binnen de zes maanden na de verwoesting schriftelijk bekend te maken of ze het gaan heropbouwen of niet. Gebeurt dit niet, dan gaat men ervan uit dat zij het niet zullen heropbouwen. Derhalve hebben de eigenaars voorrang van overdracht op de perceeldelen van diegenen die het niet wensen herop te bouwen.
De appartementseigendom op de gedeelten die verwoest zijn, wordt vanzelf omgevormd naar appartementsvruchtgebruiker, volgens de termijnen beschreven in dit artikel. Dit wordt voorlopig ingeschreven in het appartementseigendomsregister, rubriek Verklaringen. Bij wederopbouw van het vrije gedeelte ontstaat er een appartementseigendom; de voorlopige inschrijving wordt dan verwijderd.
III – Mededelingsplicht en het schrappen van de registratie:
Artikel 48 – Elke verwoesting van het basale onroerende goed, het volledige hoofdgebouw of een deel van het hoofdgebouw wordt onmiddellijk door de bestuurder gemeld aan het kadaster en aan alle eigenaars. Als er geen bestuurder is, wordt de verwoesting gemeld aan het eigendomskantoor door de eigenaar van het vrije gedeelte. Bij niet-mededeling van de schade wordt de eigenaar van het vrije gedeelte volledig aansprakelijk gesteld. De bestuurder daarentegen wordt bij niet-mededeling van de schade voor één vijfde hoofdelijk aansprakelijk gesteld. De schatkist is niet aansprakelijk. Bij beëindiging (verwoesting) van de appartementseigendom worden de paginan van het appartementseigendomsregister afgesloten. De registratie van het onroerende goed wordt in overeenstemming met de oude registratie en met het onbeschadigde gedeelte, en in verhouding tot de perceeldelen volgens de bepalingen van de gemeenschappelijke eigendom in het algemene register geregistreerd.
Op die mannier kan de verzekeringsvergoeding uitbetaald en gelden de gemeenschappelijke eigendomsbepalingen.
Indien de eigenaars en mede-eigenaars na een volledige verwoesting een nieuwe bouwconstructie wil bouwen volgens de voorschriften van de appartementseigendom, worden de bepalingen van de eigenaar of de vruchtgebruiker van een appartement toegepast.
B) – Beëindiging van het appartementsvruchtgebruik:
Artikel 49 – De eigenaar of mede-eigenaar van appartementsvruchtgebruik kan de registratie van het vruchtgebruik van een appartement in het register altijd laten schrappen aan de hand van een schriftelijk verzoek, af te geven aan de ambtenaar van het kadaster.
Wanneer een perceeldeel dat het onderwerp is van het vruchtgebruik van een appartement volledig verwoest wordt, niet meer kan gebruikt worden als bouwgrond of onder staatsbeheer geplaatst wordt, komt vanzelf een einde aan het appartementsvruchtgebruik.
(gewijzigde alinea’s: 13/04/1982 – artikel 2814/14):
Indien op de perceeldelen waarop het appartementsvruchtgebruik verworven werd volgens het verleende plan niet binnen vijf jaar een bouwconstructie gebouwd wordt, kan een van de eigenaars de vrederechter verzoeken om over te gaan tot de beëindiging van het vruchtgebruik van een appartement of de periode te verlengen. De periode is op verzoek verlengbaar.
Volgens bovenstaande alinea wordt bij beëindiging het vruchtgebruik van een appartement uit het register verwijderd.
Deel 7. Laatste bepalingen
A)- Verboden:
Artikel 50 – Volgens deze en andere wetten kan een deelhouder van een onroerend goed die als een appartementseigenaar een gedeelte van dat onroerende goed in zijn eentje gebruikt, geen recht op vruchtgebruik verwerven, aldus staat beschreven in het Burgerlijk Wetboek en andere wetten.
Over gebouwen die niet volledig in betonnen, houten of ongebakken bouwstenen zijn opgetrokken, kan men geen appartementseigendom verwerven.
B)- Aanpassing aan de nieuwe situatie:
I - Verworven vruchtgebruik volgens het Burgerlijk Wetboek:
Artikel 51 – (Gewijzigd eerste alinea: 30/04/1969 – artikel 1166/1) Volgens het Burgerlijk Wetboek is een deelhouder van een onroerende goed, die als appartementseigenaar een gedeelte van dat onroerende goed in zijn eentje gebruikt en die hierover vruchtgebruik verworven heeft, verplicht om dit onroerende goed tot 02/11/1971 om te zetten naar appartementseigendom en het in te schrijven in het appartementseigendomsregister. Zoniet, eindigt het recht van vruchtgebruik en is enkel gemeenschappelijke eigendom van toepassing.
In overeenstemming met de eigendomsbepaling van het onroerende goed, alinea één, Omzetting naar appartementseigendom of registratie in het register, gebeurt de inschrijving indien één van de gemeenschappelijke eigenaars op het kadaster een verzoek indient samen met de bewijzen van het eigendomskantoor en volgens artikel 12, alinea (b) van deze wet. De inschrijving gebeurt op basis van een foto. Deze foto dient wel bekrachtigd te worden met een handtekening van de eigenaar die het verzoek indient.
De andere eigenaars kunnen geen bezwaar indienen tegen deze omzetting en dienen tussen te komen in de kosten. De eigenaars moeten zich houden aan het bestuursplan. Indien dit niet gebeurt, kan volgens artikel 33 de tussenkomst van de rechter aangevraagd worden.
II) – Verworven rechten vóór toepassing van het Burgerlijk Wetboek:
Artikel 52 – De rechten die verworven zijn vóór toepassing van het Burgerlijk Wetboek (wet op de ruimtelijke ordening, kamereigendomswet) en dergelijke rechten, worden na toepassing van onderhavige wetten volgens de bepalingen hieronder binnen drie jaar omgezet naar appartementseigendom of appartementsvruchtgebruik:
a) Indien er delen in het onroerende goed onderworpen zijn aan dit recht, worden zijn, volgens de bepalingen van de gemeenschappelijke eigendom van het Burgerlijk Wetboek, door het opstellen van een onderlinge verbintenis en zonder enig bedrag te betalen aan de perceeldelen, deelhouder. Krachtens de bepalingen van de appartementseigendom verkrijgen zij dan appartementseigendom.
b) Indien het bouwgedeelte niet aanwezig is maar enkel de ruimte, wordt dit recht in overeenstemming met alinea (a) en als de gerechtigde deelhouder wordt aan het perceeldeel, vanzelf omgezet naar het vruchtgebruik van een appartement. Dit wordt zo in het register ingeschreven.
c) Na toepassing van de onderhavige wetten kunnen de gerechtigden overeenkomen om de oude rechten binnen drie jaar om te zetten naar appartementseigendom of appartementsvruchtgebruiker. Deze omzetting gebeurt in het kadaster van de plaats waar het goed zich bevindt en in verhouding tot de delen afzonderlijk. Hiervoor moeten de perceeldelen afgemeten worden; het verzoek moet samen met de in alinea (a) en (b) van onderhavige wet beschreven bewijzen ingediend worden. De inschrijving gebeurt indien één van de gemeenschappelijke eigenaars een verzoek indient bij het kadaster. De omzetting kan dan plaatsvinden en wordt meegedeeld aan de eigenaars.
De schatkist betaalt de kosten voor de omzetting van appartementseigendom naar appartementsvruchtgebruik. De betaling van de kosten aan de staat geschiedt op basis van de bepalingen van de bijzondere wet.
De gerechtigden kunnen tegen het besluit van het eigendomskantoor een bezwaar indienen door het aanspannen van een procedure voor het vredegerecht binnen een maand na kennisneming.
III) – Beheer van het vruchtgebruik van een appartement dat verworven werd volgens het Burgerlijk Wetboek:
Artikel 53 – Vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet: één van de deelhouders van een onroerende goed, die als een appartementseigenaar een gedeelte van dat onroerende goed in zijn eentje gebruikt en er vruchtgebruik over verworven heeft, moet volgens deze wet tot omzetting naar appartementseigendom het basale onroerende goed besturen, een bestuursplan opstellen en tussenkomen in de uitgaven en in de premies van de verzekeringen. In deze omstandigheden worden de bepalingen van deze wet toegepast.
C) – Volgens het private recht bij de verwezenlijking van de vennootschap van het appartementseigendom:
Artikel 54 – Volgens de bepalingen van de Bestemmingswet, wordt bij de verwezenlijking van de vennootschap, indien er tussen de onroerende goederen een goed zit dat onderworpen is aan appartementseigendom en indien alle eigenaars dit overeenkomen, de vennootschap stopgezet volgens de bepalingen van deze overeenkomst, krachtens de Bestemmingswet, artikel 46 over de beëindiging van de vennootschap.
Indien er geen overeenkomst bereikt wordt, wordt de aanvankelijke waarde van elk onroerend goed voor de verwezenlijking van de vennootschap beëindigd door het vredegerecht. Het vredegerecht beslist onafhankelijk volgens alinea één in overeenstemming met de bepalingen van het genoemde artikel.
Er wordt besloten om een bod te doen op de andere onroerende goederen met deze waarde; de eigenaar van het onroerende goed met de hoogste waarde kan het opkopen. Indien dit aanbod ontvankelijk wordt verklaard en de vergoeding betaald wordt, kan de vennootschap eindigen.
Zodra het vonnis van het vredegerecht betekend wordt moet het bedrag of een bankgarantie, zes maanden betaling of een andere waarborg aangeleverd worden. Zoniet wordt het onroerende goed volledig geveild en verdwijnt de gemeenschap van goederen. Het geïnde bedrag wordt in verhouding met de waarde verdeeld onder de eigenaars, volgens de bepalingen in alinea 2.
D- Heffingen en belastingen:
Artikel 55 - Volgens deze wet is de eigenaar of vruchtgebruiker bij de verwerving van een appartement vrijgesteld van alle heffingen en belastingen, tenzij de eigendom wordt overgedragen aan een ander. Deze vrijstelling behelst, op basis van artikel 51, het verworven recht op vruchtgebruik, na toepassing van het Burgerlijk Wetboek en, op basis van artikel 52 de verworven appartementseigendom en de rechten in het kader van het Burgerlijk Wetboek, de bewerkingen van omvorming van het appartementseigendom en het appartementsvruchtgebruik.
De verworven appartementseigendom wordt door de ambtenaar van het kadaster direct aangegeven bij het gemeentebestuur waar het basale onroerende goed ingeschreven is, en bij het belastingkantoor.
E) - Locaties die geen gemeente hebben:
Artikel 56 - Deze wet belast het gemeentebestuur met de taken. Krachtens de Bestemmingswet nummer 6785 artikel 47, worden de taken vervuld door de provincie of de stad zelf op plaatsen waar zich geen gemeentebestuur bevindt.
Deel 8.
Dit deel en de deeltitels van deze artikelen zijn op 10/06/1985 met wet nummer 3277 artikel 1 toegevoegd.
Het recht van genot van het eigendom:
Artikel 57 – ieder eigenaar of mede -eigenaar van een gebouw of van een vrij gedeelte ervan dat geschikt is om als woning te gebruiken, heeft in bepaalde periodes van het jaar het recht van gebruik en het recht op het verwerven van vruchtgebruik verbonden aan de gemeenschappelijke eigendom.
Dit recht noemt men het recht van genot.
Artikel 58 – Indien het tegengestelde niet wordt besloten aan de hand van een officiële koopakte, wordt het recht van genot van eigendom die gebonden is aan een deel, in gelijke delen gesplist. Bij de splitsing neemt men het aantal en de periode van genot als basis.
Het recht van genot van eigendom kan enkel bij appartementseigendom of vruchtgebruik van een appartement dat de kenmerken van een woonst heeft zoals een vrij gebouw.
Op het recht van genot dat met dit recht overeenstemt, kunnen dezelfde rechten verworven worden.
Het recht van genot dat gebonden is aan een gemeenschappelijke eigendomsdeel kan overgedragen worden op de erfgenamen.
Artikel 59 – Het recht van genot moet gespreid zijn over bepaalde perioden van het jaar en minstens 15 dagen per jaar bedragen. In de verbintenis, tenzij anders bedongen, kan de eigenaar die het recht van genot heeft dit recht aan een andere overdragen.
Artikel 60 – Het basale onroerende goed en de vrije gedeelten of de vrije gebouwen worden beschreven in de rubriek Vermeldingen van het eigendomsregister, met de opmerking dat op deze vrije gedeelten of het gebouw een recht van genot rust. Op het eigendomsbewijs dat opgesteld wordt, wordt dit onderwerp vermeld.
Artikel 61 – De gemeenschappelijke eigenaars van een gebouw of vrije gedeelten, bedingen volgende punten in de overeenkomst over het recht van genot: de duur van de periode, overdracht, aflevering, genotvorm en genotregel, de wijze van verkiezing van de bestuurders evenals de rechten en verantwoordelijkheden van de bestuurders, de periode die moet voorzien worden voor grote herstellingswerken, de kosten voor het onderhoud van de gebouwen en dergelijke onderwerpen.
Deze overeenkomst betreffende het recht van genot wordt ondertekend door de rechthebbenden, toegevoegd aan de officiële verbintenis en ingeschreven in de rubriek Verklaringen van het eigendomsregister.
De gemeenschappelijke eigenaars kunnen voor ieder gebouw of vrij gedeelte onderling of door een externe persoon een rechtspersoon aanstellen. Deze wet geeft aan de bestuurder, die benoemd is door de algemene bepalingen, het recht om de taken van het recht van genot te besturen.
Artikel 62 – Het verwerven van het recht van genot op één of meerdere vrije gedeelten die omgezet zijn naar appartementseigendom, is niet gebonden aan de toestemming van de andere eigenaars van de vrije gedeelten, tenzij anders bedongen in het bestuursplan.
Artikel 63 – De gemeenschappelijke eigenaars die het recht van genot hebben op een gebouw of vrij gedeelte kunnen niet de beëindiging vorderen van de vennootschap, tenzij anders bedongen in de verbintenis.
Artikel 64 – Diegenen die het recht van genot hebben, moeten na de periode die aan hen was toevertrouwd of na de periode die in het eigendomsregister is bepaald en waarin ze in de vrije gedeelten of het gebouw konden wonen, dit gedeelte ontruimen en aan de nieuwe rechthebbende over te dragen, volgens de bepalingen van de verbintenis.
Indien er na de beëindiging van de periode nog geen ontruiming heeft plaatsgevonden, kan de volgende genieter of de bestuurder de lokale rechtbank (vredegerecht) verzoeken om, met aanlevering van het eigendomsregister en verbintenis, verzoeken om het goed onmiddellijk te laten ontruimen, indien nodig met de hulp van de politie. Hiervoor is geen bijkomende kennisgeving of andere procedure noodzakelijk. Een ander bestuurs- of rechtsorgaan kan dit verzoek tot ontruiming niet stoppen. De rechten van de betrokkenen die voortvloeien uit de wet en de verbintenis zijn van toepassing.
Artikel 65 - Indien in deze wet, verbintenis of bestuurswet geen besluiten bevat om uitspraak te doen over de rechten, schulden, bevoegdheden, verantwoordelijkheden en geschillen van de diegenen de het recht van genot hebben, worden het Turks Burgerlijk Wetboek en de bepalingen van de andere betreffende wetten toegepast.
Bevoegdheid van een rechtbank:
Bijlage artikel 1 – (bijlage: 13/04/1983 – artikel 2814/15) Iedere geschil dat voortvloeit uit de toepassing van deze wet wordt beslecht door het vredegerecht.
Ontruiming van de gebruikte plaatsen:
Bijlage artikel 2 – (bijlage: 13/04/1983 – artikel 2814/15) Wanneer het comité van appartementseigenaars of een bestuurder de verbintenis ontbindt of beëindigt, moeten portiers, hulpkrachten, tuiniers, bewakers en extern aangestelde bestuurders de plaatsen, omwille van de taken die ze uitvoerden en toegewezen gekregen hebben, binnen de 15 dagen ontruimen.
Indien na deze periode nog geen ontruiming heeft plaatsgevonden, kan een bestuur of een appartementseigenaar het vredegerecht verzoeken om, zonder verplichting tot bijkomende kennisgeving of een andere procedure, het goed binnen de zeven te ontruimen met de politie. Een bestuursorgaan of rechtsorgaan kan dit verzoek tot ontruiming niet stoppen. De rechten van de betrokkenen die uit de wet en de verbintenis voortvloeien, zijn van toepassing.
Bijzondere bepalingen voor gebouwen met één of meer constructies:
Bijlage artikel 3 – (bijlage: 13/04/1983 – artikel 2814/15) Indien op een perceeldeel meer dan een gebouw aanwezig is, worden volgens de bepalingen van deze Wet de onderstaande regels in acht genomen:
a) Op veertig procent van ieder vrij gedeelte dat gebouwd gaat worden of in per (appartements)blok minstens acht vrije gedeelten, of indien de blokken volledig klaar zijn volgens het situatieplan, kan men appartementseigendom verwerven op de vrije gedeelten die voltooid zijn. De inschrijving in het register van de gebouwen die voltooid zijn, betreffende erfdienstbaarheden, wordt bepaald in de statuten. (ondanks artikel 12 de alinea 2)
b) De gemeenschappelijke kosten in de gebouwen worden betaald door de appartementseigenaars van dat gebouw. Voor alle gemeenschappelijke voorzieningen in de gebouwen en voor plaatsen met gemeenschappelijke uitgaven betalen alle appartementseigenaars, krachtens artikel 20.
Voor het deel van de gebouwen dat voltooid is, betalen de vruchtgebruikers en appartementeigenaars zelf de kosten voor de gemeenschappelijke voorzieningen, in de mate dat die hen aanbelangen.
c) Het comité van appartementseigenaars in appartementsblokken wordt samengesteld door de eigenaars van het vrije gedeelte van dat blok.
Verwerving van appartementsvruchtgebruik:
Bijlage artikel 4 – (bijlage: 13/04/1983 – artikel 2814/15)
Bij het verwerven van een bouwgrond (perceeldeel) door vijf of meer personen met als doel hierop één of meerde gebouwen te bouwen, kan vier vijfde van de perceeldeelhouders beslissen om het vruchtgebruik van een appartement te verkrijgen. Als één van de perceeldeelhouders zich niet houdt aan de besluiten, kan het vredegerecht besluiten om het perceeldeel van de persoon die zich niet houdt aan de besluiten, ontbinden. Deze delen worden dan in naam van de andere perceeldeelhouders geregistreerd.
a) Men moet bewijzen dat het gemeenschappelijke onroerende goed werd aangekocht voor bovenstaand doel.
b) In verband met wat hierboven vermeld werd omtrent de meerderheidsbeslissing om het vruchtgebruik van een appartement te verkrijgen, kan men stellen dat dit pas een feit is wanneer de notaris dit bekendmaakt.
c) Van perceeldeelhouders die zich niet houden aan de besluiten, vordert het vredegerecht een vastgesteld bedrag dat aan de schatkist overgemaakt wordt.
F) Datum van inwerkingtreding:
Artikel 66 – Deze wet treedt in werking zes maanden na publicatie.
G) Tenuitvoeringsinstantie:
Artikel 67 – De bepalingen van deze wet worden uitgevoerd door de Raad van Ministers.
BIJLAGE
Bijlage - 1
Bijlage - 2
De gemeenschappelijke plaatsen en gemeenschappelijke eigendommen worden hieronder beschreven:
Scharnieren en klinken die tot bovengenoemde behoren.
Bijlage - 3
Bijlage - 4
Indien er onzekerheid bestaat over de gemeenschappelijke eigendom van een gedeelte van het gebouw of van het perceel of gemeenschappelijke terrein, kan besloten worden om een bestuursvergadering te houden.
Bijlage - 5
Bijlage - 6
Bijlage - 7
Bijlage - 8
Bijlage - 9
Bijlage - 10
Bijlage - 11
Indien er op een privé-terrein belangrijke schade veroorzaakt is of dreigt veroorzaakt te worden, die andere eigendombezitters of genieters kan belasten, is elke eigendombezitter of genieter van een eigendom verplicht om het bestuur te informeren en de nodige maatregelen te nemen.
Bijlage - 12
Bijlage - 13
Een toestemming die verleend is kan voorwaardelijk zijn. Toestemmingen kunnen tenietgedaan of gewijzigd worden. De omschreven toestemmingen in Bijlage 12, 17 en 18 kunnen niet om onrechtmatige redenen afgeschaft worden.
Bijlage - 14
Over de kleur van het schilderwerk van de gevel van het gebouw, gemeenschappelijke plaatsen, gemeenschappelijke eigendommen en exclusieve voordeuren, waarvan de buitenkant uitkomt op gemeenschappelijke plaatsen, kan enkel het bestuur beslissen.
Bijlage - 15
Bijlage - 16
Bijlage - 17
Eigendombezitters of genieters van een eigendom hebben niet het recht om een stookinrichting of open haard te bouwen, tenzij zij hiervoor de toestemming vragen van het bestuur.
Bijlage - 18
Het opbergen, behalve normale huishoudelijke benodigdheden, van brandende, gevaarlijke, explosieve of verontreinigende stoffen en materialen kan enkel toegestaan worden met goedkeuring van het bestuur. Het bestuur kan enkel toestemming verlenen indien deze opberging in de daartoe bestemde bijzondere opbergplaatsen gebeurt en indien dit tijdig wordt aangeven aan de verzekeraar.
Bijlage - 19
Bijlage - 20
Bijlage - 21
Bijlage - 22
Bijlage - 23
Het bestuur kan commissies met een welomlijnde opdracht oprichten.
Bijlage - 24
Bijlage - 25
Bijlage - 26
De eigendombezitters moeten, tenzij anders bedongen door de vergadering, bij wijze van voorschot, elk jaar, beginnend bij de eerste maand van het betreffende boekjaar, hun bijdragen aan de vereniging betalen. Het voorschot dat ze moeten betalen, kan de ontvangsten die ze nog moeten innen van de vereniging of de gemeenschappelijke eigendombezitters niet kwijtschelden of uitstellen. Indien de jaarlijkse bijdrage niet is vastgestel door de vergadering dienen de eigendombezitters het laatste contributiebedrag te betalen. Teveel betaalde bijdragen moeten terugbetaald worden; onvolledige bijdragen moeten binnen de maand betaald worden.
Bijlage - 27
Bijlage - 28
Indien er een appartementsreglement of een vergaderingbesluit aangenomen is om aanpassingen uit te voeren binnen of buiten het gebouw, kunnen deze veranderingen niet geschieden vooraleer de nodige vergunningen en toestemmingen zijn verkregen. Indien er een appartementsreglement of een vergaderingbesluit is aangenomen betreffende het recht van gebruik van gemeenschappelijke en privé-terreinen, moeten alle nodige vergunningen en toestemmingen in verband met het gebouw of perceel verkregen zijn. Indien deze vergunningen en toestemmingen tegenstrijdig zijn met de bepalingen van de registratie kunnen ze niet aangenomen worden.