Artikel 47 – Indien het basale onroerende goed volledig verwoest wordt, komt vanzelf een einde aan het appartementseigendom.
Indien een vrij gedeelte van het basale onroerende goed volledig verwoest wordt en indien de eigenaar van dat vrije gedeelte binnen twee jaar het gedeelte niet opnieuw heropbouwt, kunnen de andere appartementseigenaars de rechter, na afloop van deze twee jaar, binnen één jaar verzoeken om het perceeldeel toebehorend aan dat gedeelte, in waarde en in verhouding met het perceeldeel dat zij hadden, over te dragen op hun naam.
In dit geval worden de overgedragen perceeldelen in de betreffende paginan, rubriek (Verklaringen) van het appartementseigendomsregister ingeschreven. Diegene die de perceeldelen hebben verworven, zijn verplicht om binnen twee jaar na datum van overdracht, het gedeelte weer op te bouwen. De appartementseigenaars zijn ook verplicht om binnen deze termijn alle vrije gedeelten die overeenkomen met het perceeldeel, volgens de bepalingen van onderhavige wet artikel 3 alinea 2, opnieuw te laten berekenen en in het appartementseigendomsregister te laten registreren.
Indien men zich niet houdt aan de hierboven beschreven bepaling, komt vanzelf een einde aan de appartementseigendom van het basale onroerende goed.
Op de verzekeringsvergoeding die ontvangen werd in verband met het verwoeste onroerende goed worden de gemeenschappelijke eigendomsbepalingen toegepast.
Indien meer dan één vrij gedeelte compleet verwoest is en bijgevolg heropgebouwd moet worden en de heropbouw ervan afhankelijk is van de andere vrije gedeelten, zijn de eigenaars van de verwoeste vrije gedeelten verplicht om binnen de zes maanden na de verwoesting schriftelijk bekend te maken of ze het gaan heropbouwen of niet. Gebeurt dit niet, dan gaat men ervan uit dat zij het niet zullen heropbouwen. Derhalve hebben de eigenaars voorrang van overdracht op de perceeldelen van diegenen die het niet wensen herop te bouwen.
De appartementseigendom op de gedeelten die verwoest zijn, wordt vanzelf omgevormd naar appartementsvruchtgebruiker, volgens de termijnen beschreven in dit artikel. Dit wordt voorlopig ingeschreven in het appartementseigendomsregister, rubriek Verklaringen. Bij wederopbouw van het vrije gedeelte ontstaat er een appartementseigendom; de voorlopige inschrijving wordt dan verwijderd.

III – Mededelingsplicht en het schrappen van de registratie:
Artikel 48 – Elke verwoesting van het basale onroerende goed, het volledige hoofdgebouw of een deel van het hoofdgebouw wordt onmiddellijk door de bestuurder gemeld aan het kadaster en aan alle eigenaars. Als er geen bestuurder is, wordt de verwoesting gemeld aan het eigendomskantoor door de eigenaar van het vrije gedeelte. Bij niet-mededeling van de schade wordt de eigenaar van het vrije gedeelte volledig aansprakelijk gesteld. De bestuurder daarentegen wordt bij niet-mededeling van de schade voor één vijfde hoofdelijk aansprakelijk gesteld. De schatkist is niet aansprakelijk. Bij beëindiging (verwoesting) van de appartementseigendom worden de paginan van het appartementseigendomsregister afgesloten. De registratie van het onroerende goed wordt in overeenstemming met de oude registratie en met het onbeschadigde gedeelte, en in verhouding tot de perceeldelen volgens de bepalingen van de gemeenschappelijke eigendom in het algemene register geregistreerd.
Op die mannier kan de verzekeringsvergoeding uitbetaald en gelden de gemeenschappelijke eigendomsbepalingen.
Indien de eigenaars en mede-eigenaars na een volledige verwoesting een nieuwe bouwconstructie wil bouwen volgens de voorschriften van de appartementseigendom, worden de bepalingen van de eigenaar of de vruchtgebruiker van een appartement toegepast.
 
B) – Beëindiging van het appartementsvruchtgebruik:
Artikel 49 –  De eigenaar of mede-eigenaar van appartementsvruchtgebruik kan de registratie van het vruchtgebruik van een appartement in het register altijd laten schrappen aan de hand van een schriftelijk verzoek, af te geven aan de ambtenaar van het kadaster.
Wanneer een perceeldeel dat het onderwerp is van het vruchtgebruik van een appartement volledig verwoest wordt, niet meer kan gebruikt worden als bouwgrond of onder staatsbeheer geplaatst wordt, komt vanzelf een einde aan het appartementsvruchtgebruik.
(gewijzigde alinea’s: 13/04/1982 – artikel 2814/14):
Indien op de perceeldelen waarop het appartementsvruchtgebruik verworven werd volgens het verleende plan niet binnen vijf jaar een bouwconstructie gebouwd wordt, kan een van de eigenaars de vrederechter verzoeken om over te gaan tot de beëindiging van het vruchtgebruik van een appartement of de periode te verlengen. De periode is op verzoek verlengbaar.
Volgens bovenstaande alinea wordt bij beëindiging het vruchtgebruik van een appartement uit het register verwijderd.

Deel 7. Laatste bepalingen
A)- Verboden:
Artikel 50 – Volgens deze en andere wetten kan een deelhouder van een onroerend goed die als een appartementseigenaar een gedeelte van dat onroerende goed in zijn eentje gebruikt, geen recht op vruchtgebruik verwerven, aldus staat beschreven in het Burgerlijk Wetboek en andere wetten.
Over gebouwen die niet volledig in betonnen, houten of ongebakken bouwstenen zijn opgetrokken, kan men geen appartementseigendom verwerven.

B)- Aanpassing aan de nieuwe situatie:
I - Verworven vruchtgebruik volgens het Burgerlijk Wetboek:
Artikel 51 – (Gewijzigd eerste alinea: 30/04/1969 – artikel 1166/1) Volgens het Burgerlijk Wetboek is een deelhouder van een onroerende goed, die als appartementseigenaar een gedeelte van dat onroerende goed in zijn eentje gebruikt en die hierover  vruchtgebruik verworven heeft, verplicht om dit onroerende goed tot 02/11/1971 om te zetten naar appartementseigendom en het in te schrijven in het appartementseigendomsregister. Zoniet, eindigt het recht van vruchtgebruik en is enkel gemeenschappelijke eigendom van toepassing.
In overeenstemming met de eigendomsbepaling van het onroerende goed, alinea één, Omzetting naar appartementseigendom of registratie in het register, gebeurt de inschrijving indien één van de gemeenschappelijke eigenaars op het kadaster een verzoek indient samen met de bewijzen van het eigendomskantoor en volgens artikel 12, alinea (b) van deze wet. De inschrijving gebeurt op basis van een foto. Deze foto dient wel bekrachtigd te worden met een handtekening van de eigenaar die het verzoek indient.
De andere eigenaars kunnen geen bezwaar indienen tegen deze omzetting en dienen tussen te komen in de kosten. De eigenaars moeten zich houden aan het bestuursplan. Indien dit niet gebeurt, kan volgens artikel 33 de tussenkomst van de rechter aangevraagd worden.

II) – Verworven rechten vóór toepassing van het Burgerlijk Wetboek:
Artikel 52 – De rechten die verworven zijn vóór toepassing van het Burgerlijk Wetboek (wet op de ruimtelijke ordening, kamereigendomswet) en dergelijke rechten, worden na toepassing van onderhavige wetten volgens de bepalingen hieronder binnen drie jaar omgezet naar appartementseigendom of appartementsvruchtgebruik:
a) Indien er delen in het onroerende goed onderworpen zijn aan dit recht, worden zijn, volgens de bepalingen van de gemeenschappelijke eigendom van het Burgerlijk Wetboek, door het opstellen van een onderlinge verbintenis en zonder enig bedrag te betalen aan de  perceeldelen, deelhouder. Krachtens de bepalingen van de appartementseigendom verkrijgen zij dan appartementseigendom.
b) Indien het bouwgedeelte niet aanwezig is maar enkel de ruimte, wordt dit recht in overeenstemming met alinea (a) en als de gerechtigde deelhouder wordt aan het perceeldeel, vanzelf omgezet naar het vruchtgebruik van een appartement. Dit wordt zo in het register ingeschreven.
c) Na toepassing van de onderhavige wetten kunnen de gerechtigden overeenkomen om de oude rechten binnen drie jaar om te zetten naar appartementseigendom of appartementsvruchtgebruiker. Deze omzetting gebeurt in het kadaster van de plaats waar het goed zich bevindt en in verhouding tot de delen afzonderlijk. Hiervoor moeten de perceeldelen afgemeten worden; het verzoek moet samen met de in alinea (a) en (b) van onderhavige wet beschreven bewijzen ingediend worden. De inschrijving gebeurt indien één van de gemeenschappelijke eigenaars een verzoek indient bij het kadaster. De omzetting kan dan plaatsvinden en wordt meegedeeld aan de eigenaars.
De schatkist betaalt de kosten voor de omzetting van appartementseigendom naar appartementsvruchtgebruik. De betaling van de kosten aan de staat geschiedt op basis van de bepalingen van de bijzondere wet.
De gerechtigden kunnen tegen het besluit van het eigendomskantoor een bezwaar indienen door het aanspannen van een procedure voor het vredegerecht binnen een maand na kennisneming.
 
III) – Beheer van het vruchtgebruik van een appartement dat verworven werd volgens het Burgerlijk Wetboek:
Artikel 53 – Vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet: één van de deelhouders van een onroerende goed, die als een appartementseigenaar een gedeelte van dat onroerende goed in zijn eentje gebruikt en er vruchtgebruik over verworven heeft, moet volgens deze wet tot omzetting naar appartementseigendom het basale onroerende goed besturen, een bestuursplan opstellen en tussenkomen in de uitgaven en in de premies van de verzekeringen. In deze omstandigheden worden de bepalingen van deze wet toegepast.

C) – Volgens het private recht bij de verwezenlijking van de vennootschap van het appartementseigendom:
Artikel 54 –  Volgens de bepalingen van de Bestemmingswet, wordt bij de verwezenlijking van de vennootschap, indien er tussen de onroerende goederen een goed zit dat onderworpen is aan appartementseigendom en indien alle eigenaars dit overeenkomen,  de vennootschap stopgezet volgens de bepalingen van deze overeenkomst, krachtens de Bestemmingswet, artikel 46 over de beëindiging van de vennootschap.
Indien er geen overeenkomst bereikt wordt, wordt de aanvankelijke waarde van elk onroerend goed voor de verwezenlijking van de vennootschap beëindigd door het vredegerecht. Het vredegerecht beslist onafhankelijk volgens alinea één in overeenstemming met de bepalingen van het genoemde artikel.
Er wordt besloten om een bod te doen op de andere onroerende goederen met deze waarde;  de eigenaar van het onroerende goed met de hoogste waarde kan het opkopen. Indien dit aanbod ontvankelijk wordt verklaard en de vergoeding betaald wordt, kan de vennootschap eindigen.
Zodra het vonnis van het vredegerecht betekend wordt moet het bedrag of een bankgarantie, zes maanden betaling of een andere waarborg aangeleverd worden. Zoniet wordt het onroerende goed volledig geveild en verdwijnt de gemeenschap van goederen. Het geïnde bedrag wordt in verhouding met de waarde verdeeld onder de eigenaars, volgens de bepalingen in alinea 2.

D- Heffingen en belastingen:
Artikel 55 - Volgens deze wet is de eigenaar of vruchtgebruiker bij de verwerving van een appartement vrijgesteld van alle heffingen en belastingen, tenzij de eigendom wordt overgedragen aan een ander. Deze vrijstelling behelst, op basis van artikel 51, het verworven recht op vruchtgebruik, na toepassing van het Burgerlijk Wetboek en, op basis van artikel 52 de verworven appartementseigendom en de rechten in het kader van het Burgerlijk Wetboek, de bewerkingen van omvorming van het appartementseigendom en het appartementsvruchtgebruik.
De verworven appartementseigendom wordt door de ambtenaar van het kadaster direct aangegeven bij het gemeentebestuur waar het basale onroerende goed ingeschreven is, en bij het belastingkantoor.

E) - Locaties die geen gemeente hebben:
Artikel 56 - Deze wet belast het gemeentebestuur met de taken. Krachtens de Bestemmingswet nummer 6785 artikel 47, worden de taken vervuld door de provincie of de stad zelf op plaatsen waar zich geen gemeentebestuur bevindt.

Deel 8.
Dit deel en de deeltitels van deze artikelen zijn op 10/06/1985 met wet nummer 3277 artikel 1 toegevoegd.

Het recht van genot van het eigendom:
Artikel 57 – ieder eigenaar of mede -eigenaar van een gebouw of van een vrij gedeelte ervan dat geschikt is om als woning te gebruiken, heeft in bepaalde periodes van het jaar het recht van gebruik en het recht op het verwerven van vruchtgebruik verbonden aan de gemeenschappelijke eigendom.
Dit recht noemt men het recht van genot.

Artikel 58 – Indien het tegengestelde niet wordt besloten aan de hand van een officiële koopakte, wordt het recht van genot van eigendom die gebonden is aan een deel,  in gelijke delen gesplist. Bij de splitsing neemt men het aantal en de periode van genot als basis.
Het recht van genot van eigendom kan enkel bij appartementseigendom of vruchtgebruik van een appartement dat de kenmerken van een woonst heeft zoals een vrij gebouw.
Op het recht van genot dat met dit recht overeenstemt, kunnen dezelfde rechten verworven worden.
Het recht van genot dat gebonden is aan een gemeenschappelijke eigendomsdeel kan overgedragen worden op de erfgenamen.

Artikel 59 – Het recht van genot moet gespreid zijn over bepaalde perioden van het jaar en minstens 15 dagen per jaar bedragen. In de verbintenis, tenzij anders bedongen, kan de eigenaar die het recht van genot heeft dit recht aan een andere overdragen.

Artikel 60 – Het basale onroerende goed en de vrije gedeelten of de vrije gebouwen worden beschreven in de  rubriek Vermeldingen van het eigendomsregister, met de opmerking dat op deze vrije gedeelten of het gebouw een recht van genot rust. Op het eigendomsbewijs dat opgesteld wordt, wordt dit onderwerp vermeld.

Artikel 61 – De gemeenschappelijke eigenaars van een gebouw of vrije gedeelten, bedingen volgende punten in de overeenkomst over het recht van genot: de duur van de periode, overdracht, aflevering, genotvorm en genotregel, de wijze van verkiezing van de bestuurders evenals de rechten en verantwoordelijkheden van de bestuurders, de periode die moet voorzien worden voor grote herstellingswerken, de kosten voor het onderhoud van de gebouwen en dergelijke onderwerpen.
Deze overeenkomst betreffende het recht van genot wordt ondertekend door de rechthebbenden, toegevoegd aan de officiële verbintenis en ingeschreven in de rubriek Verklaringen van het eigendomsregister.
De gemeenschappelijke eigenaars kunnen voor ieder gebouw of vrij gedeelte onderling of door een externe persoon een rechtspersoon aanstellen. Deze wet geeft aan de bestuurder, die benoemd is door de algemene bepalingen, het recht om de taken van het recht van genot te besturen.

Artikel 62 – Het verwerven van het recht van genot op één of meerdere vrije gedeelten die omgezet zijn naar appartementseigendom, is niet gebonden aan de toestemming van de andere eigenaars van de vrije gedeelten, tenzij anders bedongen in het bestuursplan.
Artikel 63 – De gemeenschappelijke eigenaars die het recht van genot hebben op een gebouw of vrij gedeelte kunnen niet de beëindiging vorderen van de vennootschap, tenzij anders bedongen in de verbintenis.

Artikel 64 – Diegenen die het recht van genot hebben, moeten na de periode die aan hen was toevertrouwd of na de periode die in het eigendomsregister is bepaald en waarin ze in  de vrije gedeelten of het gebouw konden wonen, dit gedeelte ontruimen en aan de nieuwe rechthebbende over te dragen, volgens de bepalingen van de verbintenis.
Indien er na de beëindiging van de periode nog geen ontruiming heeft plaatsgevonden, kan de volgende genieter of de bestuurder de lokale rechtbank (vredegerecht) verzoeken om, met aanlevering van het eigendomsregister en verbintenis, verzoeken om het goed onmiddellijk te laten ontruimen, indien nodig met de hulp van de politie. Hiervoor is geen bijkomende kennisgeving of andere procedure noodzakelijk. Een ander bestuurs- of rechtsorgaan kan dit verzoek tot ontruiming niet stoppen. De rechten van de betrokkenen die voortvloeien uit de wet en de verbintenis zijn van toepassing.

Artikel 65 - Indien in deze wet, verbintenis of bestuurswet geen besluiten bevat om uitspraak te doen over de rechten, schulden, bevoegdheden, verantwoordelijkheden en geschillen van de diegenen de het recht van genot hebben, worden het Turks Burgerlijk Wetboek en de bepalingen van de andere betreffende wetten toegepast.

Bevoegdheid van een rechtbank:
Bijlage artikel 1 – (bijlage: 13/04/1983 – artikel 2814/15) Iedere geschil dat voortvloeit uit de toepassing van deze wet wordt beslecht door het vredegerecht.

Ontruiming van de gebruikte plaatsen:
Bijlage artikel 2 – (bijlage: 13/04/1983 – artikel 2814/15) Wanneer het comité van appartementseigenaars of een bestuurder de verbintenis ontbindt of beëindigt, moeten portiers, hulpkrachten, tuiniers, bewakers en extern aangestelde bestuurders de plaatsen, omwille van de taken die ze uitvoerden en toegewezen gekregen hebben, binnen de 15 dagen ontruimen.
Indien na deze periode nog geen ontruiming heeft plaatsgevonden, kan een bestuur of een appartementseigenaar het vredegerecht verzoeken om, zonder verplichting tot bijkomende kennisgeving of een andere procedure, het goed binnen de zeven te ontruimen met de politie. Een bestuursorgaan of rechtsorgaan kan dit verzoek tot ontruiming niet stoppen. De rechten van de betrokkenen die uit de wet en de verbintenis voortvloeien, zijn van toepassing.

Bijzondere bepalingen voor gebouwen met één of meer constructies:
Bijlage artikel 3 – (bijlage: 13/04/1983 – artikel 2814/15) Indien op een perceeldeel meer dan een gebouw aanwezig is, worden volgens de bepalingen van deze Wet de onderstaande regels in acht genomen:
a) Op veertig procent van ieder vrij gedeelte dat gebouwd gaat worden of in per (appartements)blok minstens acht vrije gedeelten, of indien de blokken volledig klaar zijn volgens het situatieplan, kan men appartementseigendom verwerven op de vrije gedeelten die voltooid zijn. De inschrijving in het register van de gebouwen die voltooid zijn, betreffende erfdienstbaarheden, wordt bepaald in de statuten. (ondanks artikel 12 de alinea 2)
b) De gemeenschappelijke kosten in de gebouwen worden betaald door de appartementseigenaars van dat gebouw. Voor alle gemeenschappelijke voorzieningen in de gebouwen en voor plaatsen met gemeenschappelijke uitgaven betalen alle appartementseigenaars, krachtens artikel 20.
Voor het deel van de gebouwen dat voltooid is, betalen de vruchtgebruikers en appartementeigenaars zelf de kosten voor de gemeenschappelijke voorzieningen, in de mate dat die hen aanbelangen.
c) Het comité van appartementseigenaars in appartementsblokken wordt samengesteld door de eigenaars van het vrije gedeelte van dat blok.

Verwerving van appartementsvruchtgebruik:
Bijlage artikel 4 – (bijlage: 13/04/1983 – artikel 2814/15)
Bij het verwerven van een bouwgrond (perceeldeel) door vijf of meer personen met als doel hierop één of meerde gebouwen te bouwen, kan vier vijfde van de perceeldeelhouders beslissen om het vruchtgebruik van een appartement te verkrijgen. Als één van de perceeldeelhouders zich niet houdt aan de besluiten, kan het vredegerecht besluiten om het perceeldeel van de persoon die zich niet houdt aan de besluiten, ontbinden. Deze delen worden dan in naam van de andere perceeldeelhouders geregistreerd.
a) Men moet bewijzen dat het gemeenschappelijke onroerende goed werd aangekocht voor bovenstaand doel.
b) In verband met wat hierboven vermeld werd omtrent de meerderheidsbeslissing om het vruchtgebruik van een appartement te verkrijgen, kan men stellen dat dit pas een feit is wanneer de notaris dit bekendmaakt.
c) Van perceeldeelhouders die zich niet houden aan de besluiten, vordert het vredegerecht een vastgesteld bedrag dat aan de schatkist overgemaakt wordt.

F) Datum van inwerkingtreding:
Artikel 66 – Deze wet treedt in werking zes maanden na publicatie.

G) Tenuitvoeringsinstantie:
Artikel 67 – De bepalingen van deze wet worden uitgevoerd door de  Raad van Ministers.

 

BIJLAGE

Bijlage - 1

  1. “Bestuurder” is een rechtspersoon die door het bestuur wordt aangeduid om bepaalde bestuursplichten, zoals het beheer, het materiële, technische of bouwkundige beheer te verrichten.
  2. “Bestuur” een is orgaan dat uit één of meerdere bestuurders bestaat.
  3. “Boekjaar” is het boekhoudjaar van het orgaan.
  4. “Kavel” zijn de onroerende goederen die zich bevinden op de perceelgrond.
  5.  “Appartementsvoorschrift” in onderhavige statuten, Annex 24 beschreven appartementsvoorschriften.
  6. “Jaarbalans” is de jaarlijkse rekening en verklarende handelsrekening.
  7. “Jaarlijkse verslag” is een verslag van het bestuur waarin de stand van zaken van het orgaan en het gevoerde beleid wordt gerapporteerd.
  8. “Bijzonder terrein” zijn één of meerdere delen van het gebouw of de kavel die volgens het statuut voorzien zijn als bijzondere toepassing.
  9. “Toezichthouder” is een van de appartementseigenaars die toezicht houdt op de bestuurder.
  10. “Statuut” is het huisreglement van het orgaan, de rechten en bevoegdheden van de eigendombezitter en tevens het gebruiksstatuut van het appartement en de bij het appartement behorende onroerende goederen.
  11. “Tegoedenfonds” is te goed kapitaal.
  12. “Comité van appartementseigenaars” is een groepering van alle appartementseigenaars.
  13. “Vergadering” is een conferentie van de appartementseigenaars.

Bijlage - 2
De gemeenschappelijke plaatsen en gemeenschappelijke eigendommen worden hieronder beschreven:

  1. Rook- en verluchtingskanalen.
  2. Hekken, leuningen (geen omheiningen rond privé-tuinen), balustrades, muren, trappenhallen, berghokken, fietsenberging, containerplaatsen en liften.
  3. Gevels (al dan niet met terras of balkon) en/of raamwerken, vensters, goten, deuromlijstingen, deuren en deurdrempels in de gemeenschappelijke plaatsen of gemeenschappelijke plaatsen die de bijzondere plaatsen van elkaar scheiden.

Scharnieren en klinken die tot bovengenoemde behoren.

  1. Energiebesparende faciliteiten in gemeenschappelijke ruimten of plaatsen die hieraan verbonden zijn.
  2. De hieronder beschreven voorzieningen en hiermee verbonden leidingen, faciliteiten en andere installaties op privé-terrein bestemd voor gebruik door eigenaars of gebruikers:
    1. Luchtverwerkings- en verluchtingsystemen;
    2. Rook- en branddetectors en brandblusapparaten;
    3. bliksemafleiders en andere centrale aardingen;
    4. algemene veiligheid;
    5. gemeenschappelijke verlichting;
  3. Ook al bevinden zij zich op privé-plaatsen: deurbellen, systemen om deuren te openen, (elektriciteitsschakelaars, binnenhuistelefooninstallaties, videofoons, centrale deuren waar de naamkaartjes zich bevinden, en de hiermee verbonden leidingen, faciliteiten, en andere voorzieningen. En ook de brievenbus.

Bijlage - 3

  1. Hierna volgt een lijst met niet-gemeenschappelijke plaatsen en eigendommen:
    1. Hierna vermelde leidingen:
  2. Regenwaterleidingen, kanaalwaterleidingen, rioleringsleidingen indien enkel bestemd voor gebruik op één van de privé-terreinen.
  3. Op privé-terreinen aanwezige meterkasten, gasleidingen, waterleidingen, elektriciteitsleidingen, telefoonleidingen, signalisatiesystemen voor audio- en videoverbindingen.
    1. Op privé-terrein aanwezige bijzondere verwarming -en aircosystemen met hun voorzieningen, faciliteiten en andere uitrustingen.
    2. In overeenstemming met het statuut of krachtens de procedure van bijlage 4, en indien niet het tegengestelde is vastgeld, alle eigendommen die in dienst zijn of bestemd zijn voor één van de privé-terreineigenaars of -gebruikers.
  4. De in paragraaf twee beschreven eigendommen behoren tot het privé-terrein.
  5. Zoals voor de nieuwe gemeenschappelijke voorzieningen gelden ook voor de nieuwe gemeenschappelijke plaatsen en eigendommen, de bovenvermelde wijzigingen vanaf de datum van de verandering.

Bijlage - 4
Indien er onzekerheid bestaat over de gemeenschappelijke eigendom van een gedeelte van het gebouw of van het perceel of gemeenschappelijke terrein, kan besloten worden om een bestuursvergadering te houden.

Bijlage - 5

  1. Het bestuur kan beslissen om een gemeenschappelijke voorziening af te schaffen. Vanaf de datum van afschaffing van de voorziening gelden de bepalingen over de gemeenschappelijke voorziening niet langer. Hetzelfde principe geldt ook voor andere gemeenschappelijke eigendommen.

Bijlage - 6

  1. Het bestuur geeft zijn toestemming voor het onderhoud van de gemeenschappelijke terreinen en eigendommen op basis van de bepalingen beschreven in bijlage 22, paragraaf 2. Moet er een bepaald onderhoud uitgevoerd worden, dat niet voorzien is in het jaarlijkse budget, moet men aan het bestuur een volmacht vragen. Zoniet kan het onderhoud niet uitgevoerd worden.
  2. Iedere eigendombezitter of genieter van de eigendom is verplicht om de besluiten die genomen zijn tijdens de bestuursvergadering op te volgen. Indien er om deze reden schade wordt berokkend, zal het orgaan dit dekken.

Bijlage - 7

  1. Iedere eigendombezitter of genieter van de eigendom is verplicht om de privé-terreinen te onderhouden. Iedere eigendombezitter of genieter dient als een goede huisvader volgende onderhoudsverplichtingen na te komen: herstelling, vernieuwing, verandering, verf, behang, tegels, plafonnering (ook plafonnering van de balkons), vloer, stukadoorswerk, en exclusieve binnendeuren (incl. scharnieren en klinken). Ook de leidingen van het sanitair moeten onderhouden en schoon gehouden worden. Dit onderhoud omvat ook het schilderen van de deuren, vensterraamwerken (ook al zijn ze dicht) en het onderhoud van de ruimten op het privé-terrein, krachtens bijlage 3 paragraaf c.
  2. Iedere eigendombezitter of genieter van een eigendom moet er voor zorgen dat de gemeenschappelijke plaatsen en de gemeenschappelijke terreinen in de privé-eigendommen altijd goed bereikbaar zijn.

Bijlage - 8

  1. Iedere eigendombezitter of genieter van de eigendom heeft het recht om de gemeenschappelijke plaatsen en gemeenschappelijke eigendommen te gebruiken. Iedere eigendombezitter of genieter van het eigendom moet zorg dragen voor de gemeenschappelijke plaatsen en gemeenschappelijke eigendommen. Eigendombezitters of genieters van het eigendom hebben niet het recht om een andere eigendombezitter of genieter het recht van gebruik van hun eigendommen, te ontzeggen of dit recht te schenden.
  2. Gewijzigd volgens de eerste paragraaf en eerste zin: indien een eigendombezitter het recht van gebruik heeft van een appartement of van onroerende goederen behorende tot een appartement, dan wordt uitsluitend in het statuut bepaald dat hij over een bepaald gemeenschappelijke terrein en/of gemeenschappelijke eigendom geen recht van gebruik heeft. Met betrekking tot deze situatie is de eigendombezitter niet verplicht om schulden en onkosten te betalen voor de gemeenschappelijke terreinen en gemeenschappelijke eigendommen.

Bijlage - 9

  1. Eigendombezitters of genieters van de eigendom mogen geen geluidsoverlast veroorzaken. Tevens is het verboden om in de gemeenschappelijke plaatsen onnodig te blijven of andere goederen en meubelen in deze plaatsen achter te laten.
  2. In de gemeenschappelijke plaatsen is het ook verboden om muren te schilderen, prenten, andere zaken of versieringen op te hangen.
  3. De werkwijze om over te gaan tot een vergadering wordt omschreven in de eerste en tweede paragraaf.
  4. Omwille van veiligheidsredenen is het verboden om in de gemeenschappelijke locaties, in het bijzonder de nooduitgangen, voorwerpen (gereedschap, vuilniszakken, roerende en onroerende goederen en bloemen) of ander hinderlijk materiaal te plaatsen.

Bijlage - 10

  1. Eigendombezitters of genieters van een eigendom mogen geen overlast veroorzaken aan andere eigendombezitter of genieters. Beroepshalve seksuele handelingen zijn verboden. Men kan om geluidsoverlast en andere ongemakken te beperken appartementsreglementen vervaardigen.
  2. Eigendombezitters of genieters van een eigendom mogen geen schade berokkenen aan andere eigendombezitters of genieters, of aan de belangen van het appartementsbestuur. Om de schade te beperken, zijn ze verplicht om de nodige maatregelen in te voeren. Zij zijn bovendien verplicht om deze maatregelen te aanvaarden.

Bijlage - 11
Indien er op een privé-terrein belangrijke schade veroorzaakt is of dreigt veroorzaakt te worden, die andere eigendombezitters of genieters kan belasten, is elke eigendombezitter of genieter van een eigendom verplicht om het bestuur te informeren en de nodige maatregelen te nemen.

Bijlage - 12

  1. Privé-terrassen en balkons kunnen enkel privé gebruikt worden. In geen enkel geval kan men zware lasten op deze genoemde locaties zetten, zoals bloemen/bouwwerken, grond, en dergelijke zaken. Men is verplicht om de draagkracht van deze terrassen en onderliggende daken niet te belasten. Bovendien mag men op terrassen en balkons geen planten plaatsen en ze te hard laten groeien. Men mag ook geen hoge planten neerzetten die de optimale invalshoek van het licht beperken.
  2. Zonder toestemming van het bestuur en zonder goedkeuring van alle eigendombezitters of genieters van de eigendom is het verboden om in de tuin hoge planken te plaatsen die de inval van het licht en de luchtcirculatie verhinderen. Bovendien is het ook verboden om in de tuin, zonder toestemming van het bestuur, een auto, caravan, depot, berghok, dierenhok, boot, trailer, tent of gelijkaardige zaken te plaatsen.
  3. Zonder toestemming van het bestuur is het ook verboden om op de eerste verdieping 50 cm onder het laagste raamwerk muurplanten en andere planten te plaatsen.

Bijlage - 13
Een toestemming die verleend is kan voorwaardelijk zijn. Toestemmingen kunnen tenietgedaan of gewijzigd worden. De omschreven toestemmingen in Bijlage 12, 17 en 18 kunnen niet om onrechtmatige redenen afgeschaft worden.

Bijlage - 14
Over de kleur van het schilderwerk van de gevel van het gebouw, gemeenschappelijke plaatsen, gemeenschappelijke eigendommen en exclusieve voordeuren, waarvan de buitenkant uitkomt op gemeenschappelijke plaatsen, kan enkel het bestuur beslissen.

Bijlage - 15

  1. De verplichtingen en onkosten van de gemeenschappelijke eigendombezitters zijn:
    1. verschuldigde schadevergoedingen van de eigendombezitters van de gemeenschappelijke plaatsen onderling of aan derden.
    2. Kosten buiten justitie en gerecht van de eigendombezitters van de gemeenschappelijke plaatsen, handelend in hoedanigheid van aanlegger en verzoeker.
    3. Waterverbruikkosten die niet op de eigendombezitters verhaald kunnen worden.
    4. Schulden en onkosten die met de goedkeuring van het bestuur aangegaan moeten worden, ook al hebben de eigendombezitters belang bij deze aangegane schulden en kosten.
  2. Inkomsten, vermogen, rente, recettes en andere ontvangsten van de gemeenschappelijke eigendombezitters en bijvoorbeeld de in bijlage 19 omschreven geldelijke boetes vormen de inkomsten van het bestuur.
  3. Voor de kosten die voorzien zijn in het onderhoudsplan en voor onvoorziene schulden en kosten moet men een tegoedfonds aanleggen. Het tegoedfonds mag niet voor andere doeleinden gebruikt worden, tenzij bij beslissing van het bestuur volgens artikel 30.
  4. Met een volmacht van het bestuur kan enkel de voorzitter en de eigendombezitter die door het bestuur aangeduid is, over het geld uit het tegoedfonds beschikken.

Bijlage - 16

  1. Bij verkoop van het gebruiksrecht van het appartement en onroerende goederen toebehorend aan het appartement is het bestuur verplicht om op de datum van het verlijden van de verkoop een bewijsstuk van de schulden van het bestuur aan de betreffende eigendombezitter af te leveren. De persoon die dit bewijsstuk heeft ontvangen is enkel verantwoordelijk voor het bedrag dat hierop vermeld werd. Bovendien moet het bewijsstuk het totale bedrag in het tegoedfonds en het aandeel van de bedoelde eigendombezitter vermelden.
  2. Om overeenkomsten op te stellen op naam van de nieuwe eigendombezitter gaat het bestuur de nodige verrichtingen uitvoeren.
  3. Indien de vereniging aan de bestuurder bij overdracht van eigendom financiële supplementen verschuldigd is, is deze schuld ten laste van de aanvankelijke eigendombezitter.

Bijlage - 17
Eigendombezitters of genieters van een eigendom hebben niet het recht om een stookinrichting of open haard te bouwen, tenzij zij hiervoor de toestemming vragen van het bestuur.

Bijlage - 18
Het opbergen, behalve normale huishoudelijke benodigdheden, van brandende, gevaarlijke, explosieve of verontreinigende stoffen en materialen kan enkel toegestaan worden met goedkeuring van het bestuur. Het bestuur kan enkel toestemming verlenen indien deze opberging in de daartoe bestemde bijzondere opbergplaatsen gebeurt en indien dit tijdig wordt aangeven aan de verzekeraar.

Bijlage -  19

  1. Bij overtreding of niet-naleving van de wet, het statuut en de bepalingen van de appartementsreglementen of de besluiten van het bestuur door de eigendombezitter of genieter, kan het bestuur de betreffende persoon een aangetekende vermaningsbrief opsturen. De persoon in kwestie krijgt dus een waarschuwing dat hij in overtreding is.
  2. Indien de betreffende persoon geen gevolg geeft aan de waarschuwing binnen een maand, kan het bestuur een éénmalige of een dagboete opleggen, die door het bestuur wordt vastgesteld.
  3. De geïnde boetes zijn de inkomsten van de vereniging.
  4. Indien de boete niet tijdig betaald wordt, wordt artikel 20 paragraaf 4 toegepast.

 
Bijlage - 20

  1. De bron van inkomsten van de vereniging, krachtens het statuut, wordt gevormd door de bijdragen van de eigendombezitters en andere ontvangsten.
  2. Het bestuur is verplicht om de financiële middelen van de vereniging in naam van de vereniging te storten bij een bank.
  3. De financiële middelen van het tegoedfonds moeten op naam van de vereniging op een andere bankrekening gezet worden.
  4. Het bestuur kan de financiële middelen van het tegoedfonds beleggen. Deze belegging moet voldoen aan de algemene handelseconomie op het vlak van rendabiliteit, solvabiliteit, risicospreidingscondities en moet in overeenstemming zijn met het tegoedfonds.

Bijlage - 21

  1. Tijdens de vergadering van het bestuur, zoals omschreven onder annex 27 - tweede paragraaf, wordt de jaarbalans ter goedkeuring voorgelegd aan het bestuur. Het bestuur dient het jaarlijkse verslag in tijdens de vergadering.
  2. Bestuursvergaderingen kunnen plaatsvinden telkens de voorzitter het nodig acht of indien ze om een andere reden noodzakelijk zijn.
  3. Indien de vergadering door het bestuur niet binnen de drie weken plaatsvindt op verzoek van de eigendombezitters, kunnen de personen die om de vergadering verzochten in overeenstemming met dit statuut zelf een vergadering houden.
  4. Het bestuur kiest een voorzitter onder de eigendombezitters of derden. Indien anders bedongen, fungeert de voorzitter voor onbepaalde duur en kan op iedere bestuursvergadering een einde aan het voorzittersschap gemaakt worden.
  5. De voorzitter is bevoegd om de vergadering te leiden. Bij afwezigheid van de voorzitter is een bestuurder gemachtigd om de vergadering te leiden.
  6. Iedere eigendombezitter heeft, 7 dagen vóór de vergadering, via een brief, fax of via e-mail, het recht om punten op de agenda te plaatsen op voorwaarde dat hij dit meedeelt aan het bestuur Het bestuur is dan verplicht om dit zo snel mogelijk mee te delen aan de andere eigendombezitters.
  7. Personen die aanwezig en stemgerechtigd zijn in de vergadering zijn verplicht de lijst van ‘aanwezigheid’ te tekenen. Deze aanwezigheidslijst is bepalend bij staking van stemming. Een volmachthebber kan in naam van de volmachtgever de aanwezigheidslijst tekenen.

Bijlage - 22

  1. In de vergadering over de boekhouding krijgt het bestuur het recht om alle betalingen te verrichten, alle schulden te innen, de boekhouding in brede zin bij te houden, de nodige rekeninguittreksels en verklaringen aan de eigendombezitters en aan het bestuur mee te delen.
  2. De vergadering kan in het kader van een overeenkomst besluiten om het technische en/of bouwkundige beheer over te dragen aan een bestuurder met technische en/of bouwkundige beheerskennis.

 
Bijlage - 23
Het bestuur kan commissies met een welomlijnde opdracht oprichten.

Bijlage - 24

  1. Het bestuur kan voor de hieronder vermelde onderwerpen appartementsreglementen opstellen:
    1. het gebruik, beheer en onderhoud van de gemeenschappelijke plaatsen en gemeenschappelijke eigendommen;
    2. het gebruik, beheer en onderhoud van de privé-terreinen;
    3. bestuurstucht;
    4. bestuursdirectieven;
    5. de werkingsmethodes, taken en bevoegdheden van de commissies en werkgroepen;
    6. het behandelen van klachten;
    7. het beperken van de onterechte bezorgdheden;
    8. de onderwerpen die volgens het bestuur opgesteld moeten worden, en die nog niet in de statuten zijn opgenomen;
  2. Appartementsreglementen die tegenstrijdig zijn met de wet of de statuten, worden niet in acht genomen.

Bijlage - 25

  1. Het bestuur bestaat uit een oneven aantal mensen. De vergadering kiest het bestuur. Indien het bestuur bestaat uit meer dan één persoon, kiezen zij onderling een bestuurder en een toezichter.
  2. Indien noodzakelijke maatregelen moeten getroffen worden, kan het bestuur zonder goedkeuring van de vergadering, financieel zwaardere verbintenissen aangaan, ondanks de besluiten van de vergadering hieromtrent.

Bijlage - 26
De eigendombezitters moeten, tenzij anders bedongen door de vergadering, bij wijze van voorschot, elk jaar, beginnend bij de eerste maand van het betreffende boekjaar, hun bijdragen aan de vereniging betalen. Het voorschot dat ze moeten betalen, kan de ontvangsten die ze nog moeten innen van de vereniging of de gemeenschappelijke eigendombezitters niet kwijtschelden of uitstellen. Indien de jaarlijkse bijdrage niet is vastgestel door de vergadering dienen de eigendombezitters het laatste contributiebedrag te betalen. Teveel betaalde bijdragen moeten terugbetaald worden; onvolledige bijdragen moeten binnen de maand betaald worden.

Bijlage - 27

  1. Aan het einde van ieder boekjaar stelt het bestuur de jaarlijkse balans en het jaarlijkse verslag op. Op de jaarlijkse balans moeten de bedragen van het tegoedfonds vermeld zijn. Op de handelsbalans van het jaarlijkse boekjaar moeten de jaarlijkse inkomsten en uitgaven, volgens artikel 10, paragraaf één, gedetailleerd omschreven zijn.
  2. Krachtens bijlage 21, eerste paragraaf, legt het bestuur de jaarlijkse balans voor aan de algemene vergadering. Deze jaarlijkse balans wordt ondertekend door een bestuurder en een toezichthouder.
  3. Tijdens het vaststellen van de jaarlijkse balans worden de verhoudingen, omschreven in artikel 20 in acht genomen, zodat de uiteindelijke betalingen van de eigendombezitters bepaald kunnen worden.
  4. De uiteindelijke betalingen in paragraaf 3 en zoals omschreven in artikel 37 paragraaf b, c kunnen de plaats innemen van het voorschot. Indien dit voorschot hoger is dan de uiteindelijke betaling wordt het verschil overhandigd aan de eigendombezitters, tenzij anders bedongen bij vergaderingbesluit. Indien de uiteindelijke betaling hoger is dan het voorschot moeten de eigendombezitter, tenzij anders bedongen bij vergaderingbesluit, het verschil binnen de maand betalen, vooraleer de handelsbalans bekrachtigd wordt.

Bijlage - 28
Indien er een appartementsreglement of een vergaderingbesluit aangenomen is om aanpassingen uit te voeren binnen of buiten het gebouw, kunnen deze veranderingen niet geschieden vooraleer de nodige vergunningen en toestemmingen zijn verkregen. Indien er een appartementsreglement of een vergaderingbesluit is aangenomen betreffende het recht van gebruik van gemeenschappelijke en privé-terreinen, moeten alle nodige vergunningen en toestemmingen in verband met het gebouw of perceel verkregen zijn. Indien deze vergunningen en toestemmingen tegenstrijdig zijn met de bepalingen van de registratie kunnen ze niet aangenomen worden.